Welke warmtepomp moet ik kiezen? Wordt het een bodem-warmtepomp of een lucht/water toestel?
Kiezen kan soms lastig zijn, deze keuze moet u toch echt zelf maken.
Vandaag de dag (medio 2016) wordt steeds meer de keuze gemaakt voor een lucht/water toestel in plaats van een bodemwarmtepomp. Het jaar-rendement (SCOP of SPF genoemd) van deze 2 soorten komt steeds dichter bij elkaar te liggen en voor een lucht/water toestel hoeft immers geen bron te worden geboord of gegraven, dat scheelt in de investeringskosten. Het enige probleempje dan is vaak waar zet ik de lucht/water buiten-unit ? Een bodembron is nadat hij gemaakt is niet meer zichtbaar of hoorbaar. Een lucht/water buitenunit wel. Soms worden lucht/water toestellen binnen geplaatst, maar dan zit je met kanalen die naar buiten moeten worden gebracht. Of bijvoorbeeld met een ‘dakkapel’ die alleen dienst doet voor de warmtepomp. Een alternatieve bron zoals PVT panelen kan ook een keuze worden.
Als u voor een lucht/water toestel kiest, zet deze dan niet onder uw slaapkamerraam. Maar kies, in overleg met uw installateur, voor een goede plaats.
Ook met betrekking tot een merk is kiezen lastig, dat is zo m.b.t. een wasmachine alsook met een warmtepomp. Vaak heeft uw installateur zijn eigen merk waarvan hij reserve-onderdelen op voorraad heeft en de nodige kennis bij een eventuele storing. Vraag hem gewoon naar zijn mening. Soms ook hoort u op een verjaardag wel eens opmerkingen over warmtepompen. Vraag andere naar hun ervaring met een bepaalt merk of type. Een niet onbelangrijk aspect van de warmtepomp is natuurlijk ook de bediening. Sommige warmtepompen hebben een lastige menu structuur waar zelfs de installateur niet uitkomt, er zijn er ook met een logisch display voorzien van pictogrammen. Nu hoeft u natuurlijk als gebruiker niet alle parameters van uw toestel te kennen of weten, maar de warmtepomp iets warmer of kouder kunnen zetten is natuurlijk wel handig.
Bij voorkeur kiest u natuurlijk ook een installateur met de nodige warmtepomp ervaring. Anderzijds een warmtepomp plaatsen hoeft niet veel moeilijker te zijn dan een aardgas-ketel. Als u een goede ‘relatie’ heeft met een installateur op de hoek, gun hem dan die kans. Deze persoon kent u immers en deze persoon zal u ook helpen bij problemen.
Het zelf plaatsen van een warmtepomp raden wij af! Dit is echt een werk voor de installateur. Bestel ook geen warmtepomp in China of ander buitenland, daar krijgt u zeker spijt van. Ook hier geldt ‘goedkoop is vaak duurkoop’.
Inhoud
Tip:
Tegenwoordig is er nogal onduidelijkheid in brochures en technische gegevens van warmtepompen omtrent het afgegeven vermogen van een warmtepomp. Vaak wordt bij lucht/water het vermogen genoemd wat deze warmtepomp afgeeft bij een buitentemperatuur van + 7 °C, bij modulerende warmtepompen wordt soms een nominaal vermogen genoemd wat ergens tussen minimaal en maximaal mogelijk vermogen zit (vermoedelijk om de COP gunstiger uit te kunnen laten komen).
Informeer altijd hoeveel vermogen een lucht/water toestel nog kan leveren bij een buitentemperatuur van -10°C verwarming naar 35°C aanvoer .. en bij een bodem warmtepomp met een bron van 0 °C ook naar een aanvoer temperatuur van 35°C. De transmissie van een woning in Nederland wordt immers berekend bij -10°C. Je wilt het dan immers ook nog warm hebben.
Ecodesign, ErP, energie product label
Kiezen op basis van het energie-label…
Op Europees niveau worden regels gemaakt, dan wel verbeterd met betrekking tot het labelen van producten met energie gegevens over het product. Deze Europese Ecodesign- en Energielabeling-richtlijnen moeten in het kader van de 20-20-20 -doelstelling mede voor een reductie van het energiegebruik in Europa zorgen.
Met ingang van 26 september 2015 is er een labelplicht voor warmtepompen, bij levering van het toestel moet dit aanwezig zijn.
Ook in de reclame en het promotiemateriaal van de toestellen moet de seizoensgebonden energieefficiëntieklasse (SPF / SCOP) vermeld worden. Het doel is enerzijds om het de consument makkelijker te maken met het energiebewust kiezen van producten en anderzijds het stellen van minimum eisen met betrekking tot energieverbruik van producten. Producten moeten voldoen aan bepaalde eisen, een logische keuze.
De totstandkoming van deze labels is echter veel ingewikkelder dan je zou denken, lobby van fabrikanten en leveranciers bepalen soms mede de richting die bewandeld wordt en het al bestaan van labels maakt de keuze van aanduiding niet eenvoudiger. Zo voldoen sommige producten al snel aan de kwalificatie ‘A’ de toevoeging van ‘PLUSSEN’ geeft de verdere range aan; A++++ . Voor de consument niet echt logisch en meteen duidelijk ? Immers die A kan makkelijk worden onthouden door ons, maar een aantal plussen is weer lastiger (volgens onderzoek).
Vanaf 1992 bestaan er al energie-labels voor producten, u heeft deze vast al gezien op huishoudelijke apparaten zoals koelkasten, diepvriezers en wasautomaten.
3 klimaat zones
Men heeft besloten om Europa met betrekking tot verwarming- en koeling-apparaten in 3 klimaat zones te verdelen. In Zuid Europa hoeft verwarming namelijk minder uren te maken dan in Noord Europa en met koeling is dat natuurlijk omgekeerd het geval. Fabrikanten waren dan ook van mening dat eisen voor verwarming in Zuid Europa minder zwaar hoeven wegen dan in Noord Europa, logisch en niet logisch. Het gaat om hetzelfde product, maar de beoordeling voor het label kan dus in Spanje anders zijn dan in Zweden.
Voor de vaststelling van het label met betrekking tot warmtepompen wordt het SPF (Seasonal Performance Factor) gebruikt, ook dit SPF is per klimaatzone ingedeeld. Eigenlijk zou dus het vermelden van de SPF al voldoende zijn, maar om het ‘universeel’ te maken wordt de SPF dus vertaald naar een A, A+, A++ klasse.
De formule die gebruikt wordt is de volgende 0,4 x SPF ( gemiddelde COP voor seizoen dus) = een percentage.
Stel dat een warmtepomp een SPF (SCOP) heeft van 4,6 dan is 0,4 (is de omrekenfactor voor elektriciteit , bepaalt door Europa en komt nog van het rendement van een energiecentrale) x 4,6 = 1,84. Dit wordt dan neergezet als 184 % en uit een omrekentabel volgt dan welk label mag worden gevoerd of sterker moet worden gevoerd. Voor de lagetemperatuur-warmtepompen (35 gr.C) is de minimale SPF van ruimteverwarming vastgesteld op 115%. Voor middelhogetemperatuur-warmtepompen (55gr.C) is voor dit rendement een waarde van 100% toegestaan, daaronder mag geen toestel meer op de markt worden gebracht.
Onderstaand een tabel, bij welk percentage (uit bovenstaande som) welk label hoort:
Pakketlabel warmtepomp
Naast een label per product zijn er ook pakket labels geïntroduceerd. Je kunt immers producten combineren die samen nog beter of minder goed presteren. In de praktijk zal je natuurlijk zien dat alleen voor producten die samen beter presteren labels worden gemaakt. Een pakketlabel is immers niet verplicht, een product label wel.
In de zwarte pijl, naast de kleuren kolom, staat het verkregen label voor dat onderdeel (bijvoorbeeld A++)
De kolom voor de klasse m.b.t. cv-bedrijf wordt aangeduid met een radiator. Daar achter staat een waarde voor de cv-temperatuur waar mee gerekend is. Bij warmtepompen mag de waarde (aanvoer temperatuur afgifte) gegeven worden bij 35 • C en/of bij 55 · C
De kolom voor de klasse m.b.t. tapwaterbedrijf wordt aangegeven met een tapwaterkraantje. Er achter staat het capaciteitsprofiel. De minimale rendementseisen voor tapwatertoestellen zijn namelijk gekoppeld aan tapwaterklassen, zogenaamde capaciteitsprofielen. Deze gaan van 3XS bij zeer lage tappingen, tot 4XL bij de grootste tapwatersystemen.
Bij verwarming wordt het EU-gebied onderverdeeld in drie klimaatzones voor berekening en indeling. Doel is de energie-efficiëntie te berekenen, rekening houdende met de reële regionale omgevingstemperaturen. Warme zone (Athene), Milde zone (Straatsburg), Koude zone (Helsinki) Nederland valt onder de milde zone.
Geluid
Maximaal geluidsvermogenniveau bij werking
binnen (binnenunit) (in het huisje getekend)
buiten (buitenunit) (buiten het huisje getekend)
Bij de emissiemeting is het geluidsvermogen niveau een belangrijke geluidsenergiewaarde voor de beoordeling van een geluidsbron, aangezien het geluidsvermogen in tegenstelling tot de geluidsdruk onafhankelijk van de locatie van de bron of ontvanger is.
Het getal wat er bij komt te staan geeft het maximaal gewogen dB (voorheen ook wel dB(A) genoemd)
Als we met een decibelmeter alle geluidsenergie opvangen van rond de 20 Hz en van 18 000 Hz, zouden we veel geluid meten. Maar omdat ons oor dat niet of nauwelijks hoort, ervaren we dat toch niet als erg hard. We zouden dan veel decibels meten voor geluid dat we bijna niet horen. Om het geluidsniveau te meten dat wel overeenkomt met de manier waarop wij geluid ervaren, is de meting aangepast aan de gevoeligheid van ons oor. Daartoe kun je het hoorbare gebied verdelen in octaaf banden: dat zijn frequentie intervallen waarvan het midden ligt bij: 16; 32; 63; 125; 250; 500; 1000; 2000; 4000; 8000 en 16000 Hz . In elke octaaf band meet je eerst de intensiteit of geluidsdruk en het geluidsniveau. Daar wordt vervolgens een correctie op toegepast volgens vastgestelde normen en dan komt men aan een ‘gewogen’ geluidsvermogenniveau.
Voor warmtepompen tot een vermogen van 6 kW mag het geluidsvermogensniveau van het binnendeel maximaal 60 dB zijn.
Voor het buitendeel is het geluidsvermogen maximaal 65 dB. Bij grotere vermogens is meer geluid toegestaan.
Ook kun je tegenkomen het ontwerp vermogen in KW, SCOP/SPF in getal, COP in getal, enz. Deze toevoegingen spreken voor zich.
Voorbeeld pakket symbolen, in volgorde van afbeelding:
Zonlichtsysteem, Buffer / opslagtank ,Ruimtetemperatuurregelaar, Bijverwarming extern
Er komt een vinkje bij wat in het pakket zit en is meegewogen voor het pakketlabel.
Welke benamingen en aanduidingen worden gebruikt m.b.t. de wetgeving en energielabels?
– ErP
ErP is een afkorting voor de Engels omschrijving “Energy related Products”. Directive 2009/125/EC” is een overkoepelende wet die verplichte eisen voorschrijft m.b.t. apparaten die energie verbruiken of gerelateerd zijn aan energieverbruik voor alle landen in Europa
– Ecodesign
De aanduiding Ecodesign staat voor ecologisch ontwerpen. Het betreft een life-cycle ontwerp, rekening houdend met energie, recycling e.d. In het kader van de ErP Directives wordt deze aanduiding redelijk vaak gebruikt. Omdat de aanduiding van ErP ook wel eens wordt aangegeven als Ecodesign requirements for energy related products wordt de ErP ook wel Ecodesign genoemd.
– Energielabel (ook wel product label genoemd)
Naast de wetten voor bepaling van de energiezuinigheid, is er ook een aparte wet m.b.t. het energielabel. Hierin wordt omschreven hoe “energie-gerelateerde” informatie naar de consument moet worden uitgelegd van een betreffend product. Bij ieder product waarvoor een label nodig is, wordt dit label toegevoegd bij het product zelf. Deze wet heeft de aanduiding 2010/30/EU. Vanaf 26 september 2015 moeten alle producten met een vermogen minder dan 70 kW een energielabel hebben. Dit geldt ook voor boilers en warmwater opslagtanks kleiner dan 500 liter.
– Pakket label (ook wel package label of installateurslabel genoemd)
Als er bij een installatie een combinatie wordt gemaakt van producten, kan er een samengesteld pakket label worden gemaakt. Dit gebeurt op basis van de informatie van de afzonderlijke producten. Denk bijvoorbeeld aan de combinatie van een ruimtethermostaat, een warmtepomp en een zonlichtsysteem. Een samengesteld label mag door de fabrikant gemaakt worden, maar ook door een groothandel of installateur.
– Productblad (ook wel product fiche genoemd)
Naast het toevoegen van een energielabel, is het ook verplicht een productblad bij het product bij te voegen, waarop meer details worden vermeld, m.b.t. het energiegebruik, dan op het energielabel zijn weergegeven. Bij een boiler betreft dit slechts enkele waarden, maar bij een warmtepomp of ketel is dit een redelijk uitgebreide tabel.
– LOT
Productgroepen waarvoor wetgeving is opgesteld zijn aangeduid met een nummer, ook wel LOT genoemd. Bijvoorbeeld LOT 11 geldt voor circulatiepompen, LOT 1 voor ruimteverwarmingstoestellen, zoals ketels een warmtepompen, en LOT 2 voor warmwatertoestellen.
– Product Fiche
Voor het verkrijgen van het label is ook een ‘Product Fiche’ nodig van het product.
Dit document bevat gegevens over de prestaties van het product aan de hand waarvan het Energy Label tot stand is gekomen.
Selecteren warmtepomp op basis van jaar rendement / label.
U kunt dus in eerste instantie een eventuele aankoop of vergelijk selecteren op basis van het energie-label.
Het label is door de fabrikant vastgesteld en wordt gecontroleerd door de overheid.
Het loopt dus van D niet zuinig naar A zuinig elk extra plusje achter de A is extra zuinig +++
Dit label is gekoppeld aan het theoretisch jaarrendement (SCOP/SPF) van het toestel.
SPF = seasonal performance factor
SCOP = seasonal coefficient of performance
Beide uitdrukkingen komen we tegen in de praktijk en zijn gelijk aan elkaar, alleen de benaming is anders.
Eerst was er een rendement: COP (coefficient of performance)
Later is er gekeken naar het rendement over een jaar gezien SCOP (seasonal coefficient of performance)
Dit laatste is weer iets later gewijzigd in de naam SPF (seasonal performance factor)
Naast het energielabel is er voor elke warmtepomp ook een zgn. productfiche, op dit product-fiche is het theoretisch jaarrendement in % terug te vinden.
Let op, het jaar rendement wordt op het fiche meestal voor meerdere Europese klimaatzone’s genoemd.
Kijk bij het ‘Midden klimaat seizoen’ want daar valt Nederland onder, in een Engels document is dat ‘average climate’.
Een voorbeeld uit een warmtepomp fiche :
Uit bovenstaand voorbeeld (afbeelding uit een Warmtepomp Fiche) kunt u het theoretisch vastgesteld SPF halen (jaar rendement)
In het Fiche wordt dit weergegeven in procenten (door de EU bepaald) in ‘warmtepomp land’ zegt het SPF ons meer. Het genoemde percentage : 40 is het SPF (Het getal 40 is het door de EU bepaalde rendement van een elektriciteitscentrale / de elektriciteitscentrale gebruikt ook energie (als het geen wind- of zonenergie is) en zet brandstof om in naar de elektra die thuis uit uw ‘stopcontact’ komt)
Uit dit bovenstaand voorbeeld halen we (voor deze voorbeeld warmtepomp) :
Het SPF van deze warmtepomp bij een aanvoer van 35 graden voor verwarming = 188 %
delen we dit door 40 dan volgt het SPF 188 : 40 = 4,7
Het SPF van deze warmtepomp bij een aanvoer van 55 graden voor verwarming = 141%
delen we dit door 40 dan volgt het SPF 141 : 40 = 3,52
Het SPF voor tapwaterproductie (warm douchewater) is 108%
delen we dit door 40 dan volgt het SPF 108 : 40 = 2,7
Voor de consument: Hoe hoger het getal (Percentage of SPF) hoe beter !
Nog even een verduidelijking m.b.t. het rendement genoemd in een product fiche:
Het percentage wordt in de warmtepomp fiche en dat is Europees bepaald, uitgedrukt in procenten waarbij rekening is gehouden met het rendement van de elektriciteit centrale welke is bepaald is op 40%.
Voorbeeld:
Als er in het officiële verslag 200% rendement staat , wordt bedoeld dat het SPF 200% : 40 = 5 ! is.
Afgegeven : toegevoerd = SPF (COP / SCOP)
Als rekenvoorbeeld even een warmtepomp van 5 kW afgegeven vermogen:
5kW afgegeven : 1kW toegevoerd = COP van 5
Je zou eigenlijk kunnen redeneren dat het rendement 500% is!
Immers je stopt er 1 kW uit en je krijgt 5 x zoveel terug: is 5 kW!
Maar in feite stop je er dus niet 1 kW elektra in, want die 1 kW is 40% van de energie welke nodig was om die 1 kW elektriciteit te maken.
Als 1 = 40%, dan is 100%: 1 : 40 x 100 = 2,5 kW
Met andere woorden, in werkelijkheid stop je er niet 1, maar eigenlijk 2,5 kW in!
En dan wordt de som: 5 kW afgegeven : 2,5 toegevoerd = 2
Je krijgt er 2 x zoveel uit dan dat je er in stopt = 200% rendement (rekening houdend met het centrale rendement).
Nu nemen we in de praktijk voor het energieverbruik natuurlijk het rendement van de elektriciteitscentrale niet mee.
Immers wij betalen een kWh prijs en rekenen die af, ongeacht hoeveel energie daarvoor nodig was.Vandaar dat het SPF (SCOP) van 5 het getal is dat wij nodig hebben om het energieverbruik te bepalen.
TIP: Ga niet alleen puur op het rendement af van een warmtepomp, maar kijk ook naar bijzaken als bijvoorbeeld ‘geluid’ en gebruikersgemak (makkelijk bedienbaar).
Extra: Artikel uit de TVVL over labels